2 juni 2015
Waarom keuze 4 voorleggen aan de inwoners?
In de gemeenteraad is het ophalen van huisvuil aan de orde geweest. Er is besloten tot een inwonerpeiling, waar wij in in het algemeen voorstander van zijn. In de gemeenteraad was er alleen een meerderheid om drie keuzes voor te leggen aan de inwoners.
Inwonersbelangen heeft een vierde keuze voorgesteld:
“Eerst de winst halen daar waar het eenvoudig mogelijk is.”
Omdat deze keuze niet voorgelegd wordt aan de inwoners peilt Inwonersbelangen zelf deze keuzemogelijkheid. Hier kunt u stemmen: www.watwilwoerden.nl
Wat houdt keuze 4 in en waarom is Inwonersbelangen tegen de voorgestelde afvalvarianten
- Onnodige extra investeringen van € 340.000
Alle drie de varianten die de gemeente voorlegt leiden tot invoering van het zogenaamde DIFTAR systeem. DIFTAR staat voor geDIFferentieerde TARieven. Middels een chip op de containers gaat per huishouden geregistreerd worden hoeveel afval aangeboden wordt. Hoe meer afval een inwoner aanbiedt hoe hoger de afvalstoffenheffing zal zijn. Omgekeerd levert betere afvalscheiding en het aanbieden van minder afval een lagere afvalstoffenheffing op.
De consequentie ervan is dat exact kan worden bijgehouden hoeveel en wat voor soort afval u aanbiedt. De invoering van dit systeem gaat de gemeente €340.000 kosten.
- Tot 2020 de tijd om de doelstellingen te halen
Het rijk wil dat gemeentes in 2020 zover zijn dat 75% van het afval gescheiden wordt aangeboden. Woerden scoort 56%. Dat betekent dat we 5 jaar de tijd hebben om 19% te verbeteren. Dat betekent 4% per jaar.
- Afval brengt ook geld op
Ons afval bestaat uit afval dat geld opbrengt en afval dat geld kost. Dat is naast milieubelangen de belangrijke reden waarom we als gemeente ons best doen afval te scheiden. Alles wat in de bruine bak gegooid wordt kost de gemeente €63,- per ton. Die prijs blijft stijgen. Oorzaak daarvan is dat het rijk elke ton huisvuil die aan de vuilverwerkingsfabrieken wordt aangeboden belast. We hebben er dus belang bij afval goed te scheiden.Hoe minder er in de bruine bak komt; hoe minder het ons kost. Ons aller belang. Maar, hoe realiseer je dat?
- Wat zal meer milieuefficiënt zijn? Afval scheiden in 7 miljoen huishoudens of in 7 geautomatiseerde fabrieken?
De ontwikkelingen in de afvalscheiding in de afvalfabrieken zijn al zover gevorderd dat deskundigen stellen dat het eenvoudiger en efficiënter is afvalscheiding aan die vuilverwerkingsfabrieken over te laten dan bewoners en gemeentes dat te laten doen.
Inwonersbelangen: “Eerst de winst halen daar waar het eenvoudig is.”
Inwonersbelangen vindt dat het Woerdense systeem niet slecht is. Het is begrijpelijk en uitvoerbaar en er is nog verbetering mogelijk. Maar die verbetering wordt niet bereikt door minder vaak vuil op te halen.
Het probleem dat we hebben is dat een deel van onze inwoners (denk aan hoogbouw en binnenstad) nog niet in de gelegenheid is afval gescheiden aan te bieden. Dat Ondergrondse-containerhoudt in nagenoeg 0% afvalscheiding.
Daarnaast is er een categorie inwoners die afvalscheiding niet serieus neemt. Als we bedenken wat dat voor een invloed heeft op het huidige gemiddelde van 56%, dan ligt de prestatie van de Woerdenaar die wel aan afvalscheiding doet ver boven de 56%.
Daarom is Inwonersbelangen van mening dat inzetten op die groep inwoners die om welke redenen dan ook niet of slecht afval scheidt meer winst oplevert dan heel Woerden aanpakken.
Het voorstel van Inwonersbelangen:
- Zorg ervoor dat ook de inwoners in de hoogbouw en in de binnenstad hun afval gescheiden kunnen aanbieden.
- Zorg dat ook diegenen die afvalscheiding niet serieus nemen dit wel gaan doen.
- Stimuleer dat de inwoners “waardevol” afval eenvoudig naar het afvalstation kunnen brengen. Dan brengt het geld op i.p.v. dat het geld kost. Dan is optimale afvalscheiding gegarandeerd.
Het is daarom dat Inwonersbelangen aan de gemeenteraad voorstelde ook deze optie aan de inwoners voor te leggen. Zonder motivatie heeft de raad hier nee tegen gezegd. Vandaar dat u nu slechts kunt kiezen tussen A-DIFTAR, B-DIFTAR en C-DIFTAR met een investering van €340.000,- op kosten van de belastingbetaler.